Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 6 maart 2024 Hoge Raad 16 februari 2024 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBNHO:2014:1561 Rechtbank Noord-Holland 8 januari 2014

ECLI:NL:RBNHO:2014:1561

Datum: 08-01-2014

Onderwerp: DNA

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht

Vindplaats: Extern

Verzoek vervangende toestemming erkenning, omgang en informatieregeling. Weigering DNA-onderzoek. Kostenveroordeling DNA-onderzoek. De man weigert medewerking aan DNA-onderzoek met betrekking tot de jongste minderjarige. Verzoek vervangende toestemming wordt derhalve afgewezen. Het biologisch vaderschap van de man met betrekking tot de oudste staat niet ter discussie. Verzoek vervangende toestemming ten aanzien van de oudste minderjarige wordt eveneens afgewezen omdat in dit geval de belangen van de vrouw bij een ongestoorde verhouding met de minderjarige en de belangen van de minderjarige zwaarder dienen te wegen dan de belangen van de man bij erkenning.Afwijzing verzoek omgangsregeling met de jongste minderjarige, omdat er geen sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking als bedoeld in art. 1:377 a van het BW. Met betrekking tot de oudste minderjarige is wel sprake van een nauwe persoonlijke betrekking. Het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling met de oudste minderjarige wordt afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat omgang tussen de man en de oudste minderjarige ernstig nadeel zal opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van deze minderjarige, dan wel anderszins in strijd is met zijn zwaarwegende belangen. Ten aanzien van een informatieregeling wijst de rechtbank het verzoek ten aanzien van de jongste minderjarige af, nu er geen sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking. Ook ten aanzien van de oudste minderjarige wordt het verzoek om een informatieregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de belangen van deze minderjarige zich verzetten tegen de verzochte informatieregeling en dat een dergelijke regeling een onaanvaardbare druk op de vertrouwensband tussen de vrouw en de minderjarige zal veroorzaken. De rechtbank verwijst de man in de administratieve kosten van het niet uitgevoerde DNA-onderzoek.

Ga naar uitspraak