Art. 8 EVRM. De Raad verzoek een ondertoezichtstelling maar geen uithuisplaatsing, om het daarheen te kunnen leiden dat de kinderen die vrijwillig uit huis zijn geplaatst weer terug naar hun moeder kunnen, waaraan het CJG niet wil meewerken. Opgelegde “vrijwillige” hulpverlening is volgens de kinderrechter in dit geval strijdig met het in het EVRM geborgde recht op eerbiediging van het gezinsleven.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Drang/preventieve jeugdhulp
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 oktober 2021 (ECLI:NL:RBZWB:2021:5416)
Aanmelden | Rechtbank Noord-Nederland 11 december 2020
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan