Ruzie op de bouwplaats. Is gedaagde, die een betonnen vloer in een bedrijfspand zou aanbrengen, tekortgeschoten door voortijdig het werk te verlaten met al haar arbeidskrachten en kan dit aan haar worden toegerekend? Geen sprake van schuldeisersverzuim of overmacht. Aan gedaagde komt evenmin het recht toe de overeenkomst te ontbinden of anderszins te beëindigen. Eiser heeft de overeenkomst niet zelf beëindigd zodat bij het bepalen van de omvang van de schade rekening dient te worden gehouden met de factuur van gedaagde. Deskundigenonderzoek naar herstelmethode.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Ontbinding
- Rechtbank Noord-Holland 3 augustus 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:6206)
- Gerechtshof Amsterdam 11 mei 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:1382)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 6 mei 2021 (ECLI:NL:GHSHE:2021:1369)
- Rechtbank Noord-Holland 2 maart 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:2986)
- Gerechtshof Den Haag 2 februari 2021 (ECLI:NL:GHDHA:2021:106)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 oktober 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:9536)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 1 september 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:3994)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 28 juli 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:3774)
-
Pand, hypotheek, retentierecht
- Gerechtshof Den Haag 16 april 2019 (ECLI:NL:GHDHA:2019:851)
-
Rechtspraak
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 april 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:3373)
- Rechtbank Rotterdam 18 december 2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:9903)
-
Ontbinding wegens tekortkoming
- Hoge Raad 22 oktober 1999 (ECLI:NL:HR:1999:ZC2993)