Geen sprake van zuivere aanvaarding in de zin van art. 4:192 lid 1 BW. Opslaan van inboedelgoederen heeft te gelden als beheren en niet als beschikken. Handelingen voorafgaand aan beneficiaire aanvaarding dienen tevens in het licht van hoedanigheid van executeur te worden bezien. Gedaagde had moeten worden gedagvaard in haar hoedanigheid van vereffenaar. Feitelijk geen ‘nieuwe’ partij, maar gedaagde heeft niet ten volle verweer kunnen voeren. Eisers niet-ontvankelijk.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Hoge Raad 18 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1594) Te betrekken personen
Aanmelden | Rechtbank Rotterdam 10 juli 2019
Rechtsgebiedenregister: Erfrecht