Hoge Raad 2 februari 2024 Hoge Raad 8 december 2023 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 30 november 2023 Rechtbank Noord-Nederland 24 november 2023 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBROT:2019:4656 Rechtbank Rotterdam 21 mei 2019

ECLI:NL:RBROT:2019:4656

Datum: 21-05-2019

Onderwerp: Vervalverklaring aanwijziging

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel

Vindplaats: Extern

Uit de uitspraak van de Hoge Raad van 14 december 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2321) volgt dat de GI niet langer aan de algemene aanwijzingsbevoegdheid van artikel 1:263 Burgerlijk Wetboek (BW) de bevoegdheid kan ontlenen tot het geven van contact beperkende aanwijzingen. Buiten het geval van uithuisplaatsing, waarvoor art. 1:265f BW een bijzondere regeling bevat, dient de GI zich dus steeds op de voet van art. 1:265g BW tot de kinderrechter te wenden wanneer zij voor de duur van de ondertoezichtstelling contact beperkende maatregelen in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht. De GI was dus niet bevoegd een contact beperkende aanwijzing te geven aan de vrouw. De rechtbank verklaart de aanwijzing alleen al om die reden geheel vervallen.

Ga naar uitspraak