ECLI:NL:RBROT:2021:815

Rechtbank:Rechtbank Rotterdam

Datum: 25-01-2021

Onderwerp: Plan van aanpak

Rechtsgebiedenregister: Psychiatrisch patiëntenrecht

Vindplaats: Extern


Inhoudsindicatie:

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), zorgmachtiging, 6:4 Wvggz, afgewezen, plan van aanpak


Uitspraak:

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie

Zaak-/rekestnummer: C/10/610594 / FA RK 20-10194
Referentienummer: [nummer]

Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 januari 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)

op verzoek van:

de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,

met betrekking tot:

[naam betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1. Procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit het proces-verbaal van aanhouding van 5 januari 2021 en het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 28 december 2020.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 15 december 2020;

de zorgkaart van 17 december 2020;

het zorgplan van 17 november 2020;

de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;

de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en

de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.

1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 januari 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:

betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en

[naam 2] , verpleegkundig specialist, verbonden aan Antes.

1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2. Beoordeling

De rechtbank heeft betrokkene op 5 januari 2021 twee weken de tijd gegeven om een plan van aanpak op te stellen. Betrokkene heeft, in samenwerking met zijn behandelaar en zijn advocaat, een plan van aanpak opgesteld. De verpleegkundig specialist geeft aan vertrouwen te hebben dat betrokkene meewerkt aan de zorg, zoals ook beschreven in het plan van aanpak. Een zorgmachtiging is gelet hierop niet nodig. De rechtbank zal het verzoek om een zorgmachtiging daarom afwijzen.

3. Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.

Deze beschikking is op 25 januari 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 1 februari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.