ECLI:NL:RBROT:2020:7051
Datum: 06-08-2020
Onderwerp: Jurisprudentie
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel
Vindplaats: Avdr.nl
Verzoekschriften tot verlengen van de machtiging tot uithuisplaatsing en het bekrachtigen van een schriftelijke aanwijzing afgewezen omdat de gronden voor de machtiging tot uithuisplaatsing niet meer aanwezig zijn. De minderjarigen verbleven met een machtiging tot uithuisplaatsing bij de gezaghebbende moeder. Een uithuisplaatsing van een minderjarige tijdens een ondertoezichtstelling is in beginsel een tijdelijke maatregel. Met het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing wordt door de kinderrechter geen voorlopige voorziening betreffende de verblijfplaats van de kinderen getroffen in afwachting van een overeenkomst tussen de ouders dan wel een beslissing van de rechtbank betreffende een zorgregeling voor de kinderen. Met het beëindigen van de machtiging tot uithuisplaatsing herleeft de situatie zoals deze voor de machtiging bestond.