Rechtbank Gelderland 26 januari 2024 Gerechtshof Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 8 december 2023 Hoge Raad 8 december 2023 Hoge Raad 24 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBZWB:2021:1091 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 februari 2021

ECLI:NL:RBZWB:2021:1091

Datum: 22-02-2021

Onderwerp: Wilsbekwaamheid

Rechtsgebiedenregister: Psychiatrisch patiëntenrecht

Vindplaats: Extern

Bij beschikking van 18 december 2020 heeft de Hoge Raad de beschikking van 25 juni 2020 van deze rechtbank vernietigd en het geding terugverwezen naar deze rechtbank ter verdere behandeling en beslissing. Blijkens de overwegingen uit de beschikking van de Hoge Raad had de rechtbank de klacht van betrokkene, dat de psychiater niet had mogen overgaan tot verplichte toediening van medicatie, omdat betrokkene wilsbekwaam was en zich daartegen had verzet, en er in dit geval geen sprake was van een acuut levensgevaar voor hemzelf dan wel ernstig nadeel voor een ander, moeten beoordelen. De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op de artikelen 2:1 lid 6, onder b, Wvggz en 8:9 lid 4, onder b, Wvggz, destijds geen wettelijke grondslag bestond voor het toepassen van verplichte zorg anders dan strekkende tot opname in een accommodatie. Dit betekent dat de psychiater op dat moment dan ook niet kon overgaan tot het verplicht toedienen van depotmedicatie. De rechtbank is van oordeel dat de rechtbank de klacht van verzoeker bij beschikking van 25 juni 2020 gegrond had behoren te verklaren. Naar het oordeel van de rechtbank is het door betrokkene subsidiair gevraagde bedrag van € 100,00 als vergoeding voor de door hem als gevolg van schending van de artikelen 2:1 lid 6 Wvggz en8:9 lid 4 Wvggz geleden immateriële schade in het onderhavige geval redelijk en billijk.

Ga naar uitspraak