Hoge Raad 16 februari 2024 Rechtbank Gelderland 7 februari 2024 Hoge Raad 2 februari 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 februari 2024 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 1 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBZWB:2021:2614 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 mei 2021

ECLI:NL:RBZWB:2021:2614

Datum: 25-05-2021

Onderwerp: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25 mei 2021

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel

Vindplaats: Extern

Vader is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek (I) om het gezamenlijk gezag van moeder en grootmoeder (ex art. 1:253t BW) beëindigen. De vader baseert zijn verzoek op artikel 1:253v BW in verbinding met artikel 1:253n BW en artikel 1:251a BW. De vader behoort niet tot de kring van personen die om het beëindigen van het gezamenlijk gezag van de moeder en de grootmoeder kan verzoeken. Het gezamenlijke gezag van de moeder en de grootmoeder als in artikel 1:253t BW valt niet onder de reikwijdte van artikel 1:253n BW. Aan zijn verzoek (II) om hem samen met de moeder te belasten met het gezamenlijk ouderlijk gezag komt de rechtbank niet toe, immers het gezamenlijke gezag van de moeder en de grootmoeder blijft in stand. Dit verzoek wordt afgewezen. Ten aanzien van zijn verzoek (III) om een omgangsregeling te bepalen worden partijen doorverwezen naar het Uniform Hulpaanbod (UHA) waarbij er ook aandacht zal zijn voor de rol van grootmoeder.

Ga naar uitspraak