Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:895 Hoge Raad 19 mei 2020

ECLI:NL:HR:2020:895

Datum: 19-05-2020

Onderwerp: Terugtred

Overige onderwerpen: Voorbedachte raad | zware mishandeling echtgenoot door inspuiten insuline, Vrijwillige terugtred?

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Poging gekwalificeerde zware mishandeling met voorbedachte raad van echtgenoot door hem in zijn slaap insuline in te spuiten, art. 303.1 jo. 304.1 en 304.3 Sr. Vrijwillige terugtred a.b.i. art. 46b Sr? HR herhaalt overwegingen uit ECLI:NL:HR:2007:AZ6709, inhoudende dat antwoord op vraag of gedragingen van verdachte gevolgtrekking wettigen dat misdrijf niet is voltooid t.g.v. omstandigheden die van zijn wil afhankelijk zijn (mede gelet op aard van misdrijf) afhangt van concrete omstandigheden van het geval en dat in geval van voltooide poging voor aannemen van vrijwillige terugtred veelal zodanig optreden van verdachte is vereist dat dit naar aard en tijdstip geschikt is intreden van gevolg te beletten. Hof heeft vastgesteld dat verdachte (in de nacht van zaterdag op zondag) hoeveelheid insuline bij haar echtgenoot heeft ingespoten, dat hij zich daarna erg wankel op de benen, beroerd en moe voelde, dat verdachte maandagmorgen vond dat hij er niet goed uitzag en dat zijn mond scheef hing en dat zij toen (ruim een dag na toediening van insuline) alarmnummer heeft gebeld. Gearriveerd ambulancepersoneel heeft daarop geconstateerd dat slachtoffer niet wekbaar was en heeft hem glucose toegediend. Hof heeft verder vastgesteld dat bij lage glucosewaarden convulsies en coma kunnen optreden en dat verdachte (die van risico van coma bij lage glucosewaarden op de hoogte was) tegenover ambulancepersoneel heeft verzwegen dat zij insuline bij slachtoffer had ingespoten. ’s Hofs op deze vaststellingen gebaseerde oordeel dat beroep op vrijwillige terugtred dient te worden verworpen omdat verdachte niet zodanig is opgetreden dat dit optreden naar aard en tijdstip geschikt was het intreden van het gevolg te beletten, geeft in het licht van hetgeen hiervoor is vooropgesteld niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is - ook in het licht van hetgeen door verdediging in h.b. is aangevoerd - toereikend gemotiveerd. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht