Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 5 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:GHARL:2018:6181 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2018

ECLI:NL:GHARL:2018:6181

Datum: 05-07-2018

Onderwerp: Regie

Overige onderwerpen: Een (voorlopig) oordeel ter zitting, Mondelinge behandeling, Voorlopig getuigenverhoor, Voorlopig oordeel en wraking, Wraking na voorlopig oordeel

Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Burgerlijk procesrecht, Arbeidsrecht

Vindplaats: Extern

Wrakingsverzoek jegens voorzitter gegrond. Naadloos is overgegaan tot het geven van een (al dan niet: voorlopig) oordeel zonder aan partijen te hebben gevraagd of zij het voorlopig oordeel wilden horen en zonder de zitting kort te onderbreken om intern af te stemmen of het verhandelde ter zitting aanleiding gaf tot wijziging van het (voorlopig) oordeel. De partijautonomie staat in een civiel geding voorop. De rechter, die wil onderzoeken of een schikking bereikt kan worden, gaat slechts over tot het geven van een voorlopig oordeel indien partijen dat wensen. Partijen bepalen of de zaak rijp is voor schikking of tot nader processueel debat noopt. Dat geldt ook indien het er alle schijn van heeft dat een van de partijen zijn eigen procespositie of -kansen verkeerd inschat, welke overtuiging de voorzitter in deze zaak kennelijk had gelet op de door hem gebruikte stellige formuleringen. Daarbij is van belang dat de procedure nog niet was geëindigd en de mogelijkheid dus nog bestond dat verzoeker nadere processuele wensen had, van welke wensen hij objectieve beoordeling mocht verwachten. De vrees dat het van een dergelijke beoordeling niet meer zou komen was echter, ook objectief bezien, gerechtvaardigd door de stelligheid waarmee de voorzitter, ongevraagd, een (voorlopig) oordeel had gegeven. Deze gang van zaken op de comparitie maakt dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid van de voorzitter objectief gerechtvaardigd is.

Ga naar uitspraak