Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2015:2465 Hoge Raad 8 september 2015

ECLI:NL:HR:2015:2465

Datum: 08-09-2015

Onderwerp: Recht op vervolging

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Jeugdrecht strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Cassatie in het belang der wet. Redelijke termijn in jeugdzaken. 1. Rechtgevolgen overschrijding redelijke termijn in zaken waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast. 2. Redelijkheid van de termijn van 16 mnd. waarbinnen een zaak tegen een jeugdige in beginsel moet worden afgedaan. Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2003:AL9062, ECLI:NL:HR:2008:BD2578, ECLI:NL:HR:2010:BL3228 en ECLI:NL:HR:BP5361. De HR ziet op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van zijn rechtspraak m.b.t. de rechtsgevolgen van overschrijding van de redelijke termijn a.b.i. art. 6 EVRM in zaken waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast. Ad 2. De door de HR gehanteerde vuistregel dat in gevallen waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast, de zaak – zowel in e.a. als in h.b. – binnen 16 mnd. dient te zijn afgedaan beoogt recht te doen aan het belang dat gemoeid is met de voortvarende afdoening van de zaak als aan het belang dat is gelegen in de waarborging van de kwaliteit van het strafproces. Deze vuistregel laat geheel onverlet dat een zo mogelijk voortvarender afdoening onmiskenbaar gewenst is.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Ad van der Linden

oud-(kinder)rechter, medewerker Universiteit Utrecht, voorzitter Beroepscollege Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en van de Regionale Klachtencommissie Jeugd Eemland