Cassatie in het belang der wet. Redelijke termijn in jeugdzaken. 1. Rechtgevolgen overschrijding redelijke termijn in zaken waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast. 2. Redelijkheid van de termijn van 16 mnd. waarbinnen een zaak tegen een jeugdige in beginsel moet worden afgedaan. Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2003:AL9062, ECLI:NL:HR:2008:BD2578, ECLI:NL:HR:2010:BL3228 en ECLI:NL:HR:BP5361. De HR ziet op dit moment geen aanleiding tot aanpassing van zijn rechtspraak m.b.t. de rechtsgevolgen van overschrijding van de redelijke termijn a.b.i. art. 6 EVRM in zaken waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast. Ad 2. De door de HR gehanteerde vuistregel dat in gevallen waarin het strafrecht voor jeugdigen is toegepast, de zaak – zowel in e.a. als in h.b. – binnen 16 mnd. dient te zijn afgedaan beoogt recht te doen aan het belang dat gemoeid is met de voortvarende afdoening van de zaak als aan het belang dat is gelegen in de waarborging van de kwaliteit van het strafproces. Deze vuistregel laat geheel onverlet dat een zo mogelijk voortvarender afdoening onmiskenbaar gewenst is.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Verweer 348 Sv
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 22 september 2020 (ECLI:NL:GHSHE:2020:2896)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 27 augustus 2020 (ECLI:NL:GHSHE:2020:2751)
- Hoge Raad 3 maart 2015 (ECLI:NL:HR:2015:513)
- Hoge Raad 29 maart 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BO4064)
- Hoge Raad 29 april 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC3766)
- Hoge Raad 30 maart 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AM2533)
- Hoge Raad 11 februari 2003 (ECLI:NL:HR:2003:AE9649)
- Hoge Raad 12 maart 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AD5163)
- Hoge Raad 22 april 1997 (ECLI:NL:HR:1997:ZD0692)
-
Verweren en standpunten
- Hoge Raad 11 april 2006 (ECLI:NL:HR:2006:AU9130)
Aanmelden | Hoge Raad 8 september 2015
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht, Jeugdrecht strafrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.nl? Maak een account aan