De vijand van het Nederlandse rechtssysteem: de rechtelijke dwaling.
Het Nederlandse rechtssysteem staat bekend als een goed geoliede machine, waarin er alles aan gedaan wordt om schuldigen te bestraffen. Toch gaat dit wel eens mis en belanden onschuldigen in de gevangenis.
Een rechtelijk dwaling wil zeggen dat er bij de veroordeling van een verdachte fouten zijn gemaakt waardoor er na een onherroepelijke veroordeling blijkt dat de veroordeling onterecht is. Deze fouten kunnen niet altijd toegekend worden aan de rechters. Het kan namelijk zo zijn dat getuigen niet eerlijk zijn geweest in hun verklaringen of dat er nieuw bewijs in een zaak is gekomen, maar ook de politie kan steken hebben laten vallen.
Rechtelijke dwaling is een fenomeen dat gelukkig niet vaak voorkomt, maar het gaat hierbij meestal om vergissingen in moord- of andere zedenzaken. U kunt zich voorstellen dat juist bij deze zaken het van uiterst belang is dat dit goed wordt afgehandeld.
Een rechtelijke dwaling komt een onschuldige duur te staan. Zo ook in een van de meest bekende rechtelijke dwalingen van Nederland: De Puttense moordzaak.
De Puttense moordzaak gaat over een jonge vrouw die in de bloei van haar leven verkracht en vermoord is in 1994.
De vrouw werd op 9 januari 1994 dood aangetroffen in het huis van haar grootmoeder. Er werden op haar lichaam enkele DNA-sporen gevonden van onder andere sperma. Gedurende het begin van het onderzoek kwam de politie snel op vier verdachte door verklaringen van de buurtbewoners. De mannen reden namelijk op de bewuste dag in een oude Mercedes rondjes in het bos naast de woning van de jonge vrouw.
Tijdens de verhoren van de verdachte hebben twee mannen de andere twee mannen beschuldigd van de verkrachting van en moord op de vrouw.
Voor de politie was door deze verklaringen de zaak rond en zij waren ervan overtuigd dat ze de juiste daders hadden.
Echter, toen er onderzoek werd verricht naar het DNA-spoor dat is gevonden, bleek erbij het DNA van de mannen geen enkele match te zijn.
De politie zocht naar een manier om dit te kunnen verklaren en bedacht vervolgens de ‘sleeptheorie’.
De sleeptheorie hield in dat het gevonden spermaspoor van een eerder seksueel contact zou zijn geweest en dat het tijdens de verkrachting versleept zou zijn naar haar been.
Deze theorie was voor de rechter in 1995 genoeg om de mannen te veroordelen.
Pas na het uitzitten van twee derde van hun straf werden de mannen formeel vrijgesproken door de bevindingen en kritiek van Peter R. de Vries.
Er is in deze zaak ontzettend veel misgegaan in het politieonderzoek. Het waren natuurlijk andere tijden, maar op het moment dat het DNA duidelijk aangeeft dat er geen match is, moeten er toch wat belletjes gaan rinkelen. In plaats daarvan is er een theorie bedacht die niet realistisch is en op basis van deze theorie hebben twee onschuldige mannen jarenlang onterecht in de gevangenis gezeten.
Dit zorgt niet alleen voor een enorm trauma bij de familie van de mannen en de mannen zelf, maar ook in een enorme vertrouwensbreuk in het Nederlandse rechtssysteem voor heel Nederland.