Modernisering concurrentiebeding

Op 4 maart 2024 heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding ter internetconsultatie ingediend. Dit wetsvoorstel is ontwikkeld in reactie op onderzoek waaruit blijkt dat concurrentiebedingen vaak standaard worden opgenomen in arbeidsovereenkomsten zonder voldoende afweging of werknemers daadwerkelijk toegang hebben tot kennis en relaties die de concurrentiepositie van de werkgever kunnen schaden. Voorts wordt het concurrentiebeding regelmatig oneigenlijk aangewend om de uitstroom van moeilijk vervangbare werknemers te beperken.

Het wetsvoorstel stelt strengere voorwaarden aan het concurrentiebeding en beoogt de rechtspositie van de werknemer te versterken. De belangrijkste maatregelen zijn als volgt:

Maximale duur:
Het concurrentiebeding mag niet langer dan één jaar duren, te rekenen vanaf de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bedingen die langer duren dan 12 maanden worden als nietig beschouwd.

Geografische beperking:
Het concurrentiebeding moet duidelijk het geografische gebied specificeren waarbinnen de beperking van toepassing is, teneinde te voorkomen dat werkgevers een te breed of onduidelijk gebied opleggen.

Motiveringsplicht:
Voor alle arbeidsovereenkomsten, inclusief die voor onbepaalde tijd, moet het concurrentiebeding een schriftelijke motivering bevatten die het wezenlijke bedrijfs- of dienstbelang rechtvaardigt. Deze motivering dient specifiek en actueel te zijn.

Kennisgevingsplicht:
Werkgevers zijn verplicht om werknemers uiterlijk een maand voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk te informeren of zij zich zullen beroepen op het concurrentiebeding en voor welke periode.

Vergoeding:
Indien de werkgever zich beroept op het concurrentiebeding, dient deze een verplichte vergoeding te betalen van ten minste 50% van het laatste maandsalaris van de werknemer voor elke maand dat het beding van kracht is. Deze vergoeding dient volledig vooruitbetaald te worden. Indien de werkgever niet of te laat betaalt, vervalt het concurrentiebeding. De vergoeding is niet verschuldigd bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer of indien de werknemer de voorwaarden van het beding niet naleeft.

Voorts wordt in het wetsvoorstel expliciet vermeld dat de bepalingen tevens van toepassing zijn op relatiebedingen en onder bepaalde omstandigheden op anti-ronselbedingen. Geheimhoudingsbedingen vallen echter niet onder de reikwijdte van artikel 7:653 BW.

Het overgangsrecht bepaalt dat voor reeds bestaande concurrentiebedingen de huidige regels van toepassing blijven. Echter, na inwerkingtreding van het wetsvoorstel zullen de nieuwe bepalingen betreffende het inroepen van een beding en de vergoeding van toepassing zijn, hetgeen inhoudt dat werkgevers ook voor 'oude' concurrentiebedingen een vergoeding verschuldigd zijn indien zij zich daarop willen beroepen.

Tijdens een overleg over het Arbeidsmarktbeleid in de Tweede Kamer is een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht te onderzoeken of concurrentiebedingen kunnen worden verboden voor werknemers met een salaris beneden een bepaalde minimumgrens, zijnde 1,5 keer het modale inkomen.

De internetconsultatie voor het wetsvoorstel verliep van 4 maart 2024 tot 15 april 2024. Gedurende deze periode konden belanghebbenden hun reacties en feedback op het voorstel indienen. De resultaten van deze consultatie kunnen worden meegenomen in het verdere besluitvormingsproces, waarna het wetsvoorstel nog door de Tweede en Eerste Kamer moet worden behandeld.