Sneller afstuderen of bankroet? De comeback van de langstudeerboete
De Nederlandse onderwijswereld staat op zijn kop: de langstudeerboete komt terug. Deze maatregel, die studenten extra laat betalen als ze langer over hun studie doen, zorgt voor verhitte discussies op universiteiten en in de politiek.
In dit stuk duiken we dieper in op de langstudeerboete en wordt er getracht een compleet beeld te schetsen van deze controversiële maatregel en wat dit betekent voor het Nederlandse hoger onderwijs. Wat houdt deze boete precies in en vanaf wanneer wordt dit concept werkelijkheid voor studenten? Ook staan we stil bij de voordelen die de overheid ziet in deze maatregel en blikken we terug op het verleden, toen een soortgelijke maatregel al eens eerder werd geprobeerd. Maar zeker niet iedereen is enthousiast met de komst van de boete. Ook is er veel kritiek en zorgen over extra stress bij studenten.
De langstudeerboete is een verhoging van het wettelijk collegegeld in het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs in Nederland. Deze boete zal van toepassing zijn op het moment dat een student meer dan één jaar over zijn of haar opleiding doet dan is toegestaan. Het zal gaan om een bedrag van 3000 euro bovenop het wettelijke collegegeld. De exacte uitwerking van de langstudeerboete is nog onbekend, maar het plan is in ieder geval om deze te laten gelden vanaf het collegejaar van 2026/2027.
Vanaf studiejaar 2026-2027 wordt de langstudeerboete opnieuw ingevoerd, mits de plannen van het kabinet ongewijzigd blijven. Het is een van de aangekondigde plannen uit het hoofdlijnenakkoord van de formele partijen. Het is belangrijk te vermelden dat de langstudeerboete geen nieuw concept is; eerder werd deze in 2012 geïntroduceerd om studenten financieel te motiveren. Destijds leidde dit tot felle protesten van zowel studenten als onderwijsinstellingen, waarna de boete na de val van kabinet-Rutte I met terugwerkende kracht werd afgeschaft.
De belangrijkste redenen voor de herinvoering van de langstudeerboete zijn financiële prikkels en kostenbesparingen. De overheid beoogt studenten te stimuleren om hun studies binnen de gestelde termijn af te ronden, zodat de uitgaven voor het hoger onderwijs beheersbaar blijven. Een langere studieduur resulteert in extra kosten voor de staat, waaronder studiefinanciering, het gebruik van onderwijsfaciliteiten en begeleiding door docenten.
De regering verwacht dat deze maatregel jaarlijks zo’n 282 miljoen euro extra inkomsten oplevert, gebaseerd op het opleggen van 95.000 boetes. Bovendien leidt een langere studieduur tot een vertraagde instroom op de arbeidsmarkt. De overheid wil met deze maatregel bevorderen dat afgestudeerden sneller beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, waardoor zij eerder belasting kunnen betalen en bijdragen aan de economie. Naast kostenbesparing speelt ook de efficiëntie van het hoger onderwijs een rol. De maatregel moet ervoor zorgen dat universiteiten en hogescholen een meer resultaatgerichte begeleiding bieden, waarbij studenten goed worden ondersteund in het afronden van hun studie binnen de voorgeschreven tijd.
Op 4 februari 2011 is door Halbe Zijlstra, staatssecretaris, fractievoorzitter en minister van Buitenlandse Zaken, een wetsvoorstel ingediend. Dit wetsvoorstel gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is een grondslag te creëren voor de invoering van een gedifferentieerd wettelijk collegegeld waarbij studenten die langer in het hoger onderwijs zijn ingeschreven dan wenselijk is, een hoger collegegeld zijn verschuldigd, en onderzoek te wijzigen.[1] Het voorstel van wet wilt 'langstuderen' in de zin van het wetsvoorstel ontmoedigen. Kern van het voorstel was dat studenten die langer in het hoger onderwijs zijn ingeschreven dan uit een oogpunt van studierendement wenselijk was, vanaf 1 september 2011 een hoger wettelijk collegegeld verschuldigd waren. Het studierendement is gedefinieerd als de nominale studieduur van een opleiding, vermeerderd met een jaar, zowel in de bachelor- als in de masterfase. Beide opleidingen kennen dus een uitloopjaar.
Volgens de memorie van toelichting waren de kosten van lang studeren te hoog in verhouding tot het totale budget dat beschikbaar was gesteld voor het hoger onderwijs. Dit rechtvaardigt een hoger wettelijk collegegeld voor langstudeerders. De langstudeerboete had toen twee verschillende doelstellingen, namelijk het verwezenlijken van een vooraf bepaalde financiële taakstelling enerzijds en het bevorderen van de onderwijskwaliteit en het studiesucces anderzijds.[2] Uiteindelijk werd op verzoek van partijen en protesten door studenten afgezien van de invoering van de langstudeerboete.
Er is veel kritiek op de nieuwe kabinetsmaatregel, vooral omdat ze de financiële en mentale druk op studenten aanzienlijk vergroten. De langstudeerboete van €3000 wordt als onrechtvaardig beschouwd. Deze maatregel straft studenten die door omstandigheden langer over hun studie doen dan de nominale duur plus één jaar. Dit ontmoedigt niet alleen studenten om zich naast hun studie maatschappelijk of persoonlijk te ontwikkelen, maar legt ook extra druk op hen om zo snel mogelijk af te studeren, ongeacht hun persoonlijke situatie.
Onderzoek van Jolien Dopmeijer, docent aan hogeschool Windesheim toont aan dat al 44 procent van de studenten in het hoger onderwijs stoeit met angstklachten of depressie. Prestatiedruk en stress worden vaak genoemd als belangrijke oorzaken hiervan. Sophie Leijdesdorff, jongerenpsycholoog en universitair docent, geeft aan dat studenten door deze druk vaak slecht slapen, veel piekeren en regelmatig ook financiële problemen ervaren. De verwachting is dat de invoering van een langstudeerboete de toch al hoge stressniveaus alleen maar zal verhogen. Dopmeijer wijst erop dat studievertraging vaak te maken heeft met diverse persoonlijke omstandigheden en dat het voor sommige studenten juist goed kan zijn om langer de tijd te nemen om zich op hun eigen tempo te ontwikkelen. Het invoeren van een boete kan deze ruimte wegnemen, waardoor de druk op studenten nog verder toeneemt en hun welzijn ernstig wordt aangetast.
De plannen om de langstudeerboete opnieuw in te voeren, brengen een hoop discussie met zich mee. Aan de ene kant wil de overheid ervoor zorgen dat studenten sneller afstuderen en zo kosten besparen, aan de andere kant roept deze maatregel vragen op over wat dit betekent voor het welzijn van studenten en hun ontwikkeling. De ervaringen uit het verleden en de huidige kritiek laten zien dat we goed moeten nadenken over hoe we met deze situatie omgaan.
Het is belangrijk om niet alleen naar de cijfers te kijken, maar ook naar de persoonlijke verhalen van studenten. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons onderwijssysteem zowel efficiënt als ondersteunend is? Dit debat biedt ons een kans om na te denken over wat we echt willen bereiken met ons hoger onderwijs en hoe we toekomstige generaties het beste kunnen voorbereiden op een complexe wereld. Laten we hopen dat er een balans gevonden gaat worden, welke recht doet aan alle aspecten die bij de langstudeerboete betrokken zijn.
[1] https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vimkg0gz2vzr
[2] Advies Raas van State 14 januari 2011. ( https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@61305/w05-10-0559/)