De Shell-zaak: ondanks ontbreken specifieke wetgeving toch CO2-reductieverplichting voor individuele bedrijven

mr. Stephanie ter Brake | advocaat Lexence

De Shell-zaak: ondanks ontbreken specifieke wetgeving toch CO2-reductieverplichting voor individuele bedrijven

Op 12 november 2024 heeft het Gerechtshof Den Haag het vonnis vernietigd dat Shell verplichtte om de uitstoot van CO2-emissies door de Shell-groep tegen 2030 met 45% te reduceren. Kern van de uitspraak is dat Shell op grond van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm verplicht is om haar CO2-uitstoot te reduceren, maar dat aan Shell geen specifiek reductiepercentage kan worden opgelegd. 

Deze uitspraak is van groot belang, omdat het eerder gewezen vonnis de eerste rechterlijke uitspraak betrof die een concrete reductieverplichting aan een onderneming oplegde. Hier werd veel belang aan gehecht, maar dit stuitte ook op veel kritiek. De kritiek zag er onder meer op dat de verplichting om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan alleen op staten rust en niet ook op afzonderlijke ondernemingen. Na de uitspraak van het hof schreef de media dat Shell had gewonnen en Milieudefensie had verloren, maar wie de beschikking goed leest komt tot een meer genuanceerdere conclusie.

Het hof stelt staat vast dat het klimaatprobleem het grootste probleem van deze tijd is en dat met de aanpak van klimaatverandering niet kan worden gewacht. Om het gevaar te bestrijden dat van klimaatverandering uitgaat, heeft iedereen een verantwoordelijkheid. Voor de invulling van die verantwoordelijkheid wordt niet uitsluitend naar de staten gekeken. Juist ondernemingen van wie de producten het klimaatprobleem mede teweeg hebben gebracht en die het in hun macht hebben aan de bestrijding daarvan een bijdrage te leveren, zijn tegenover andere bewoners van de aarde gehouden dat te doen, ook wanneer (publiekrechtelijke) regels daartoe niet zonder meer dwingen.

Het hof legt uit dat bescherming tegen gevaarlijke klimaatverandering een mensenrecht is. Mensenrechten kunnen invulling kunnen geven aan open normen in ons privaatrecht, zoals de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm. Schending van een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm kan een onrechtmatige daad opleveren.

Ondernemingen mogen dus zelf bepalen hoe zij hun CO2-uitstoot zullen reduceren, maar vooral vervuilende ondernemingen moeten wel in actie komen.

Home Live On Demand Mijlpaalarresten Podcasts Blogs Zoeken