Evenredig afpakken
mr. Maaike Coenen advocaat Hertoghs advocaten
Hoge Raad 17 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:874
Ook door verbeurdverklaring van voorwerpen die kunnen worden aangemerkt als opbrengst van een strafbaar feit, kan worden bereikt dat aan een veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen. Mede gelet daarop is in zijn algemeenheid onjuist het oordeel van het Hof dat het onder de betrokkene inbeslaggenomen en in zijn strafzaak verbeurdverklaarde geldbedrag niet in mindering moet worden gebracht op de aan de betrokkene op te leggen betalingsverplichting.
Als advocaat met een bijzondere interesse in ontnemingszaken is dit arrest met recht één van mijn favorieten te noemen. Het arrest gaat over de verhouding tussen de verschillende wettelijke instrumenten om criminele vermogensbestanddelen af te pakken. In deze zaak was aan een veroordeelde een ontnemingsmaatregel opgelegd én een inbeslaggenomen geldbedrag verbeurdverklaard. Het hof wilde bij de vaststelling van de ontnemingsmaatregel echter geen rekening houden met die verbeurdverklaring.
Wat de Hoge Raad in dit arrest mooi doet, is dat de wetsgeschiedenis en de bedoeling van de uitbreiding van de verbeurdverklaring worden betrokken bij het oordeel. Bij de introductie van de ontnemingswetgeving in 1993 werd het toepassingsbereik van de verbeurdverklaring nog beperkt. Voorwerpen die door middel van of uit de baten van een strafbaar feit zijn verkregen, konden alleen via een ontnemingsprocedure worden ontnomen. Maar met de wetswijzing van 2011 is het toepassingsbereik van de verbeurdverklaring weer uitgebreid. Deze verruiming is blijkens de Memorie van Toelichting bedoeld om op de meest efficiënte manier criminele winsten te ontnemen. Ook met een verbeurdverklaring kan sindsdien worden ontnomen wat een veroordeelde rechtens niet toekomt.
Ook via de verbeurdverklaring kan dus het afpakken van wederrechtelijk verkregen voordeel worden bereikt, ondanks dat de verbeurdverklaring een bijkomende straf is in de zin van artikel 9 Sr (en geen maatregel zoals de ontneming). De Hoge Raad maakt met dit arrest duidelijk dat als de verbeurdverklaring wordt ingezet om crimineel vermogen af te pakken, dat hiermee rekening moet worden gehouden in een ontnemingsprocedure.
De Minister stelde bij de wetswijziging dat hij er alle vertrouwen in had dat veroordeelden in de praktijk niet onevenredig zwaar zouden worden getroffen door een combinatie van verbeurdverklaring en ontneming. Dat bleek tegen te vallen. Maar met dit arrest heeft de Hoge Raad daar duidelijkheid over gecreëerd. Een belangrijke verheldering, die bovendien stevig is onderbouwd.