← Terug gaan naar Legalflix
Meer rechtsbescherming vanuit het EU recht aan vreemdelingen in bewaring

Meer rechtsbescherming vanuit het EU recht aan vreemdelingen in bewaring


mr. dr. Aniel Pahladsingh senior jurist Ministerie van SZW EU recht en Internationaal recht


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 8 november 2022., ECLI:EU:C:2022:858


In dit arrest oordeelt het Hof van Justitie dat uit het EU recht de verplichting volgt dat de nationale rechter steeds ambtshalve moet beoordelen of de maatregel van bewaring, waarin een vreemdeling is vastgezet, en daartegen in (hoger) beroep komt, rechtmatig is opgelegd. De nationale rechter moet dus ook uit zichzelf controleren of de maatregel rechtmatig is opgelegd, los van de bezwaren die de vreemdeling daar zelf over indient.

Rechtsregel: ambtshalve toetsing door de nationale rechter van de bewaringsmaatregel is noodzakelijk om effectieve rechtsbescherming te bieden aan de vreemdeling die is vastgezet.

Dit arrest is belangrijk voor mij omdat het arrest nog niet bekend was toen ik mijn proefschrift Crimmigration and the EU Return Directive had afgerond. Wel was de zaak aanhangig bij het Hof van Justitie en in mijn proefschrift had ik uiteengezet waarom de nationale rechter verplicht zou moeten zijn om een bewaringsmaatregel steeds ambtshalve te toetsen om meer rechtsbescherming te bieden aan vreemdelingen die waren vastgezet.

Het arrest biedt meer rechtsbescherming aan vreemdelingen die in vrijheidsontneming zijn geplaatst waarbij de rechter effectieve rechtsbescherming kan bieden door in elke zaak steeds te beoordelen of de vreemdeling rechtmatig wordt vastgehouden.

Dit arrest maakt duidelijk dat het in de praktijk steeds van belang is in nationale geschillen om ook steeds te kijken naar regels uit het hogere recht (EU recht en EVRM). Ook is het goed om te bekijken hoe in andere EU lidstaten een zelfde regel wordt toegepast. In de EU was ook een wisselend beeld te zien waarbij in de ene lidstaat de rechter wel ambtshalve de bewaringsmaatregel toetste en in de andere EU lidstaat juist niet. Dankzij de rechtstreekse werking en voorrang van het Europese recht kunnen particulieren zich ten overstaan van een (nationale) rechter rechtstreeks op het Europees recht beroepen, ongeacht het bestaan van regelgeving in het nationale recht. In Nederland gold een beperkte ambtshalve toetsing voor de bestuursrechter die slechts beperkt is tot aspecten die van openbare orde zijn. De vreemdelingenbewaringsmaatregel werd niet gezien als een aspect die van openbare orde was en werd dus niet ambtshalve getoetst door de bestuursrechter. Met de Europese Terugkeerrichtlijn waarin de bewaringsmaatregel is opgenomen, geeft het Hof van Justitie meer rechtsbescherming aan vreemdelingen in kwetsbare positie en is er meer rechtszekerheid door dat in alle 27 EU lidstaten de nationale rechter ambtshalve de bewaringsmaatregel moet beoordelen.