Hoge Raad: Alleen in uitzonderlijke gevallen mag van contractuele opzegtermijn worden afgeweken

In een belangrijke uitspraak van 16 mei 2025 (ECLI:NL:HR:2025:763) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een contractuele opzegtermijn in een langdurige samenwerking niet zomaar kan worden aangepast, zelfs als de relatie in de praktijk is veranderd.
De zaak betrof een pakketvervoerder die sinds 2008 en 2011 samenwerkte met twee regionale vervoerders. In de contracten was vastgelegd dat opzegging mogelijk was met een termijn van één maand. Toen de pakketvervoerder die clausule in 2018 toepaste en de samenwerking beëindigde, eisten de vervoerders schadevergoeding vanwege het plotselinge verlies van inkomsten.
Het gerechtshof had geoordeeld dat de opzegtermijn te kort was gezien de intensiteit van de samenwerking, en verlengde deze naar twee à drie maanden op basis van redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad vernietigde dit oordeel en maakte duidelijk dat een overeengekomen opzegbepaling alleen mag worden aangepast als deze toepassing tot een onaanvaardbaar resultaat leidt naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Deze uitspraak onderstreept dat partijen in commerciële verhoudingen in beginsel gebonden zijn aan hun schriftelijke afspraken, ook bij langlopende relaties, en dat afwijking daarvan alleen mogelijk is in uitzonderlijke situaties.
ECLI
Lees het volgende nieuws bericht
WAMCA: Hoge Raad scherpt kaders aan voor collectieve acties onder de WAMCA