Prioriteit in de Praktijk: Kinderalimentatie volgens de Hoge Raad

In een recente uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2025:317 (Hoge Raad, 21 februari 2025) aangaande kinderalimentatie was de Hoge Raad duidelijk.
In een recente uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2025:317 (Hoge Raad, 21 februari 2025) aangaande kinderalimentatie was de Hoge Raad duidelijk. Dat het om een belangrijke uitspraak ging, blijkt uit het feit dat maar liefst vijf raadsheren deze beschikking hebben ondertekend. De kern van deze zaak betrof de vraag in hoeverre een onderhoudsplichtige ouder bij beperkte draagkracht een beroep mag doen op financiële verplichtingen jegens een meerderjarig kind, terwijl er ook een wettelijke verplichting bestaat tegenover een minderjarig kind.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de wettelijke onderhoudsplicht voor kinderen jonger dan 21 jaar – zoals neergelegd in artikel 1:400 lid 1 BW – absoluut voorgaat. Een bijdrage aan een meerderjarig kind, hoe sympathiek of moreel verantwoord ook, mag niet ten koste gaan van de onderhoudsbijdrage voor een jonger kind. Daarmee bevestigt de Hoge Raad het beginsel van prioriteit: de jongste gaat voor. Deze uitspraak vormt daarmee een belangrijke leidraad voor rechters én advocaten in toekomstige alimentatieprocedures bij conflicterende verplichtingen.