De bedoeling van ouders is niet doorslaggevend bij het bepalen van de gewone verblijfplaats van het kind

De Hoge Raad oordeelt dat de bedoeling van ouders niet doorslaggevend is voor de vaststelling van de gewone verblijfplaats van het kind. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie komt de gewone verblijfplaats van het kind overeen met de plaats waar zich het centrum van het leven van het kind bevindt en moet de gewone verblijfplaats steeds worden bepaald op grond van een geheel van feitelijke omstandigheden die eigen zijn aan elke zaak. Het hof had volgens de Hoge Raad onvoldoende onderzocht of sprake was van een zekere integratie van het kind in een sociale en familiale omgeving in Nederland.



Jurisprudentie

Hoge Raad 25 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:440