Bagatelzaak: ontslag op staande voet wegens maaltijdbon onterecht

In deze zaak staat de vraag centraal of IKEA een werknemer terecht heeft ontslagen op staande voet wegens het meenemen van één maaltijdbon meer dan waar hij volgens het beleid recht op had. IKEA verweet de werknemer overtreding van het beleid en het afleggen van een onware verklaring daarover. De kantonrechter vond dit geen dringende reden voor ontslag op staande voet, maar ontbond de arbeidsovereenkomst wel. Het hof oordeelt dat van een dringende reden voor ontslag op staande voet geen sprake was. Het beleid was onvoldoende duidelijk: de werknemer hoefde hier niet uit af te leiden dat wat hij deed een overtreding van dat beleid opleverde, alsook niet dat overtreding van het beleid zou leiden tot een ontslag op staande voet. Bovendien had de werknemer de maaltijdbon niet verzilverd, ook al was deze alleen dezelfde dag nog geldig, en acht het hof de 'onware' verklaringen toe te schrijven aan het feit dat de werknemer de Nederlandse taal niet goed machtig was. Het hof acht ook geen redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst aanwezig. Het hof herstelt de arbeidsovereenkomst (niet met terugwerkende kracht en zonder voorzieningen te treffen) en veroordeelt IKEA de werknemer weer toe te laten tot het werk.



Jurisprudentie

Gerechtshof Den Haag 1 maart 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:639