Berg en Dalse watertoren, een uit de hand gelopen burenruzie.

Aanleiding voor deze rechtsgang was een burenruzie. Deze ruzie is begonnen om een simpele toegangsweg over het landgoed van een van de buren. Toen dit niet goed opgelost kon worden besloot een van de buren de andere buur te raken in zijn meest dierbare bezit, het uitzicht op zijn landgoed. Hij deed dit door drie palen in de grond te zetten van 15 meter hoog, met lelijke doeken wapperend aan de bovenkant. De benadeelde buur deed zijn beklag bij de rechtbank en kreeg gelijk, de palen moesten weg. Hiermee was de ruzie nog niet ten einde gekomen. Zijn buurman plaatste nu een grote watertoren, recht voor het uitzicht van de buurman. Aanvankelijk was deze watertoren niet eens aangesloten, waardoor het geen ander doel diende dan het dwarsbomen van de buurman. Later is de watertoren toch nog aangesloten, in de hoop dat de toren op die manier toch mocht blijven staan. Uiteindelijk is het anders gelopen, de toren moest weg. Dit is misbruik van een eigendomsrecht. De toren is enkel neergezet om de buurman te hinderen.



Jurisprudentie

Hoge Raad 2 april 1937, ECLI:NL:HR:1937:13