De peildatum voor waardering van de woning bij verrekening

In deze zaak gaat het eveneens om echtgenoten die waren gehuwd op huwelijkse voorwaarden, waarbij de woning op naam stond van de man, maar op grond van het finale verrekenbeding diende de man de helft van de waarde van de overwaarde van de woning aan de vrouw te betalen. In een procedure bij de rechtbank en vervolgens bij het Hof is uitgebreid ingegaan op de stellingen van mevrouw dat zij recht had om de woning over te nemen op grond van mede-economisch eigendom. Dit was echter niet aan de orde. Dus de woning moest uiteindelijk gewoon verkocht worden en mevrouw moest daaraan haar medewerking verlenen. Er zaten veel interessante juridische aspecten aan vast omdat het niet ging om een woning die beide partijen in mede-eigendom hadden, terwijl de vrouw daar wel vanuit ging. Er hebben in die zaak ook nog een kort geding en een hoger beroep kortgeding plaatsgevonden omdat mevrouw wilde proberen te voorkomen dat zij de woning zou moeten verlaten. Bijzonder in deze zaak was dat we ondanks alle gunstige uitspraken van rechtbank en gerechtshof de zaak nog steeds niet hebben afgerond want de woning staat nog steeds te koop.



Jurisprudentie

Rechtbank Den Haag 16 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:7338
Gerechtshof Den Haag 18 mei 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:892