ECLI:NL:CRVB:2022:905
Datum: 18-04-2022
Onderwerp: Medisch objectiveerbaar
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Arbeidsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Het meetinstrument (PSK) is ontwikkeld voor patiënten met lage rugklachten. Dat appellante niet langer dan 30 minuten zou kunnen zitten en niet meer dan 5 kilogram zou kunnen tillen, is dus gebaseerd op een door appellante zelf ingevulde vragenlijst. Hiermee is geen sprake van objectivering van de klachten en beperkingen als rechtstreeks en objectiveerbaar gevolg van ziekte en/of gebrek in het kader van de Wet WIA. Bij het ontbreken van direct aanwijsbare objectiveerbare afwijkingen ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep daarom geen reden voor nader onderzoek en bestaat er evenmin aanleiding het eerdere standpunt te wijzigen. Het Uwv heeft met dit rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep het in de uitspraak van de Raad van 7 januari 2021 geconstateerde motiveringsgebrek hersteld. Het Uwv heeft gelet op het voorgaande terecht geen aanleiding gezien te komen tot een andere belastbaarheid van appellante dan eerder is vastgesteld. Daarbij is van belang dat appellante geen andere medische informatie heeft ingebracht die ondersteunt dat ten aanzien van de bekkenproblematiek zwaardere beperkingen moeten worden aangenomen. Uitgaande van de juistheid van de FML, heeft het Uwv ook voldoende gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies in medisch opzicht voor appellante geschikt zijn, omdat ze binnen haar belastbaarheid blijven. Dat betekent dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante in de zin van de Wet WIA terecht met ingang van 20 augustus 2018 heeft vastgesteld op minder dan 35% en terecht heeft geweigerd aan appellante een WIA-uitkering toe te kennen. Uit de overwegingen volgt dat het beroep niet slaagt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.