Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen: verlenging loon tijdens ziekte met 52 weken. De Raad overweegt dat de stukken onvoldoende steun bieden voor de stelling van het Uwv dat appellante slechts heeft volstaan met het signaleren van belemmeringen. Uit de stukken blijkt dat appellante vanaf juni 2005, nadat was gebleken dat re-integratie bij appellante niet mogelijk was, re-integratie-inspanningen heeft verricht gericht op het tweede spoor (andere werkgever), waarbij ook suggesties voor een aanpak zijn gedaan.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Loonbetaling
- Rechtbank Overijssel 31 maart 2021 (ECLI:NL:RBOVE:2021:1449)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 maart 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:1985)
- Hoge Raad 30 september 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ8134)
-
Jurisprudentie CRvB: Loonsanctie
- Centrale Raad van Beroep 25 maart 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:926)
-
Passende arbeid
- Centrale Raad van Beroep 21 mei 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:1757)
-
Diverse ontslagrecht
- Hof van Justitie 15 juli 2021 (ECLI:EU:C:2021:606)
-
Loonsanctie Uwv
- Centrale Raad van Beroep 17 maart 2021 (ECLI:NL:CRVB:2021:591)
-
Aansprakelijkheid werkgever
- Centrale Raad van Beroep 21 mei 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:1766 )
- Centrale Raad van Beroep 22 december 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BO9042 )
-
DO en een loonsanctie
- Centrale Raad van Beroep 20 maart 2013 (ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4852)
- Centrale Raad van Beroep 22 februari 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BV6619)
Aanmelden | Centrale Raad van Beroep 28 oktober 2009
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Burgerlijk procesrecht, Arbeidsrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.nl? Maak een account aan