ECLI:NL:GHARN:2006:AZ1996
Datum: 10-10-2006
Onderwerp: (Onder)aanneming?
Rechtsgebiedenregister: Vastgoedrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Tussen partijen was een overeenkomst van aanneming van werk gesloten. Hierdoor onderscheidt de onderhavige zaak zich van de casus van HR 16 februari 1996, NJ 1997, 186 (Zürich/Siemen), waar vast stond dat de machinist van de graafmachine op grond van de overeenkomst tussen Siemen en Rijsdijk, verhuurder van de machine, volledig de aanwijzingen van werknemers van Siemen diende op te volgen (rov. 3.4). In zoverre gaat het beroep van [appellante] op dit arrest niet op nu, anders dan het geval was in het arrest Zürich/-Siemen, in de onderhavige zaak [appellante] bij gelegenheid van de pleidooien desgevraagd geen grondslag in de tussen haar en [A] gesloten overeenkomst van (onder)aanneming heeft kunnen aangeven voor het bestaan van een verplichting van [B.] om aanwijzingen van [appellante] met betrekking tot de bediening van de machine uit te voeren. In de door partijen ondertekende en door [appellante] zelf opgestelde overeenkomst van onderaanneming is bepaald: “Wijze van uitvoering: i.o.m. [C.]”. Nu “i.o.m.” als “in overleg met” moet worden aangemerkt, zoals [appellante] bij gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep heeft erkend, kan niet worden volgehouden dat [appellante] dwingende aanwijzingen kon geven aan [B.]. Een andere - contractuele - grondslag voor een dergelijke aanwijzingsbevoegdheid is niet gesteld of gebleken. Dit strookt bovendien met de aard van de overeenkomst van aanneming van werk, waarbij een (onder)aannemer terzake van specifieke werkzaamheden wordt ingeschakeld om deze zelfstandig en met eigen materieel en personeel te verrichten. Zo ook hier: blijkens de tussen partijen gesloten overeenkomst werden het door [A] te gebruiken materiaal (drains, onttrekkingsputten en peilbuizen) door haarzelf geleverd en niet ter beschikking gesteld door [appellante].