Arbeidszaak, Wwz. Hoger beroep van voorwaardelijke ontbinding (twee maanden eerder dan afloop bepaalde tijd) in afwachting van onderzoek bij de kantonrechter naar de dringende reden voor ontslag op staande voet. Hof wijst erop dat de kantonrechter op beide verzoeken zoveel mogelijk gelijktijdig moet beslissen (ECLI:NL:HR:2016:2998) en dat niet is gebleken van een onaanvaardbare vertraging. Volgens hof is ten onrechte ontbonden, maar aanspraak op billijke vergoeding in plaats van herstel is niet alleen afhankelijk van oordeel kantonrechter wanneer van diens oordeel over het ontslag hoger beroep wordt ingesteld. Aanhouding om zaken in hoger beroep bijeen te houden.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Complicaties rond hoger beroep
- Gerechtshof Amsterdam 23 juni 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:1955)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 juli 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:6020)
- Hoge Raad 8 februari 2019 Woondroomzorg (ECLI:NL:HR:2019:203 )
- Gerechtshof Den Haag 23 februari 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:435)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 februari 2016 (ECLI:NL:GHARL:2016:1116)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 28 januari 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:246)
- Hoge Raad 21 maart 2003 (ECLI:NL:HR:2003:AF3057)
-
Switch
- Hoge Raad 13 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1209)
-
Formulering ontbindende voorwaarde
- Hoge Raad 31 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:571)
-
Evident ernstig verwijtbaar
- Gerechtshof Den Haag 12 maart 2019 Consumentenbond (ECLI:NL:GHDHA:2019:571)
-
Beoordeling in hoger beroep ex tunc of ex nunc?
- Hoge Raad 8 juni 2018 Stichting Zinzia (ECLI:NL:HR:2018:878 )
-
Bewijs
- Hoge Raad 23 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2998)
Aanmelden | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 juli 2019
Rechtsgebiedenregister: Arbeidsrecht