Hoge Raad 22 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Hoge Raad 1 maart 2024 Hoge Raad 16 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:GHSHE:2019:1808 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 14 mei 2019

ECLI:NL:GHSHE:2019:1808

Datum: 14-05-2019

Onderwerp: Het beslagrekest

Rechtsgebiedenregister: Burgerlijk procesrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Vordering van de Staat tot opheffing van civielrechtelijk bewijsbeslag dat onder de Staat is gelegd door advocaten in verband met aanwijzingen dat hun verschoningsrecht in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen hun cliënten is geschonden. In artikel 705 Rv neergelegde toetsingsmaatstaf voor beoordeling van de vordering tot opheffing van het bewijsbeslag. Wordt met het bewijsbeslag het strafrechtelijke traject op ontoelaatbare wijze doorkruist? Is de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk of het beslag onnodig? Bij in reconventie ingestelde inzagevordering onvoldoende spoedeisend belang.Vervolg op hof ’s-Hertogenbosch 25-4-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1545.Hoger beroep van vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 29 maart 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:1783.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Petra de Bruin

senior rechter Rechtbank Rotterdam