Procesrecht. Onmiddellijkheidsbeginsel. Art. 155 Rv. Rechterswisseling; na mondelinge behandeling, tussenarrest en bewijslevering is eindarrest gewezen door drie andere raadsheren; ook de raadsheer-commissaris ten overstaan van wie de getuigenverhoren hadden plaatsgevonden, heeft niet aan het wijzen van eindarrest meegewerkt. Was het hof gehouden om voorafgaand aan het wijzen van het eindarrest een en ander aan partijen mee te delen? Kan in hogere instantie worden geklaagd over het verzuim om te voldoen aan het bepaalde in art. 155 lid 2 Rv? Strijd met art. 6 EVRM? Samenhang met zaak 19/03425.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Mondelinge behandeling
- Hoge Raad 19 juli 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1280)
- Hoge Raad 12 juli 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1202)
- Hoge Raad 13 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1172)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:6181)
- Hoge Raad 22 december 2017 (ECLI:NL:HR:2017:3259)
- Hoge Raad 15 december 2017 (ECLI:HR:2017:3151)
- Gerechtshof Amsterdam 25 juli 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:3047)
- Hoge Raad 17 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:281)
- Hoge Raad 8 juli 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1454)
- Hoge Raad 28 september 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BX0598)
- Hoge Raad 10 juni 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP9038)
- Hoge Raad 29 januari 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BK5014)
- Hoge Raad 16 maart 2007 (ECLI:PHR:2007:AZ1490)
- Hoge Raad 16 april 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO1941)
-
Grenzen rechtsstrijd
- Hoge Raad 24 juli 2017 (ECLI:NL:HR:2017:305)
-
Misbruik van procesrecht
- Hoge Raad 24 juni 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1290)
-
Maximale spreektijd
- Hoge Raad 19 april 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ2904)
-
Eisen goede procesorde
- Hoge Raad 27 januari 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BU7254)
- Hoge Raad 2 december 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BT7596)
-
Hoor en wederhoor
- Hoge Raad 21 januari 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP1498)
-
Aanwezigheid partijen
- Hoge Raad 9 juni 2006 (ECLI:NL:HR:2006:AW2089)
- Hoge Raad 23 april 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO2327)
-
Afstand van hoor en wederhoor door afspraak over volgorde uitlating na mondelinge behandeling
- Hoge Raad 9 september 2005 (ECLI:NL:HR:2005:AT4039)
-
Meenemen derden
- Hoge Raad 21 juni 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AE0655)