ECLI:NL:HR:2011:BP6997
Datum: 27-05-2011
Onderwerp: Subjectieve termijn
Overige onderwerpen: De tenzij-regel, Ontbinding op grond van tekortkomig, Vereisten voor ontbinding (6:265 BW), Vereisten voor ontbinding wegens tekortkoming, Wijze van ontbinding
Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Ondernemingsrecht, Transport- en handelsrecht, Financieel recht, Verzekeringsrecht, Burgerlijk procesrecht, Vastgoedrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Huurrecht/Verbintenissenrecht. Buitengerechtelijke ontbinding huurovereenkomst nadat de gehuurde bedrijfsruimte door brand was verwoest. Aan ontbindingsverklaring kan in zijn algemeenheid niet de eis worden gesteld dat zij teneinde rechtsgevolg te kunnen hebben de gronden vermeldt waarop zij berust. Het is mogelijk voor de ontbinding in rechte andere gronden aan te dragen dan de in de verklaring genoemde. Op het moment van uitbrengen van de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring was verzuim ingetreden, nu nakoming van de verplichting tot herstel “zonder vertraging” inmiddels blijvend onmogelijk was geworden (vgl. HR 20 januari 2006, NJ 2006/80).