Rechtbank Rotterdam 31 januari 2024 Rechtbank Den Haag 17 januari 2024 Hoge Raad 12 januari 2024 Rechtbank Rotterdam 28 december 2023 Rechtbank Gelderland 6 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBAMS:2022:4985 Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2022

ECLI:NL:RBAMS:2022:4985

Datum: 24-08-2022

Onderwerp: Spiegelen -integraal

Overige onderwerpen: Beëindiging

Rechtsgebiedenregister: Vastgoedrecht

Vindplaats: Avdr.nl


De zaak betreft een onder-onder-aannemingsovereenkomst met betrekking tot de bouw van Pier A van Schiphol. Nadat de hoofdaannemingsovereenkomst is beëindigd is ook de onderaannemings- en vervolgens de onder-onder-aannemingsovereenkomst beëindigd. In geschil was welke contractuele beëindigingsgrond aan die laatste beëindiging ten grondslag lag. De rechtbank stelt vast dat de contractuele “for convenience” grond in dit geval geldt. De volgende vraag is welke gevolgen dit heeft voor de financiële afwikkeling. De rechtbank oordeelt dat de bankgaranties moeten worden teruggegeven en de retentiebedragen moeten worden uitbetaald. Voor het overige moet de contractuele vaststelling in samenhang met de (onder)aannemingsovereenkomsten worden gevolgd.

Ga naar uitspraak