ECLI:NL:RBAMS:2007:BB7395
Datum: 04-07-2007
Onderwerp: Exclusiviteit
Rechtsgebiedenregister: Ondernemingsrecht, Financieel recht
Vindplaats: Extern
afgebroken onderhandelingen, strijd met précontractuele goede trouw? schending exclusiviteitsbeding Partijen zijn in januari 2004 in onderhandeling getreden over de aankoop door eiseres -of een door haar nader te noemen meester- van het aan gedaagde in eigendom toebehorend winkelcentrum de Kalvertoren. Partijen zijn in dit verband een Letter of Intent (hierna: LOI) overeengekomen.De rechtbank komt tot het oordeel dat er geen sprake is van het totstandkomen van een overeenkomst onder opschortende voorwaarde. Voorts kan in ieder geval de voorwaarde van artikel 5 lid 1 sub b van de LOI niet worden geacht te zijn vervuld, zodat voor gedaagde geen verplichting bestaat met eiseres een koopovereenkomst aan te gaan. Bovendien komt de rechtbank tot het oordeel dat het afbreken van de onderhandelingen op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van eiseres in het tot stand komen van de koopovereenkomst, of in verband met de andere omstandigheden van het geval niet onaanvaardbaar is. Wel heeft gedaagde volgens de rechtbank artikel 8 van de LOI, een exclusiviteitsbeding, geschonden. Gedaagde heeft een bieding van een derde mogelijk gemaakt en is op grond van artikel 8 LOI gehouden kosten en schade aan eiseres te vergoeden.