Parket bij de Hoge Raad 17 januari 2025 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 2 december 2024 Hoge Raad 29 november 2024 Gerechtshof Den Haag 27 november 2024 Hoge Raad 22 november 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2020:10397 Rechtbank Den Haag 16 oktober 2020

ECLI:NL:RBDHA:2020:10397

Datum: 16-10-2020

Onderwerp: Art. 1:265a BW

Overige onderwerpen: Rechtbank Den Haag 16-10-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10397

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel

Vindplaats: Avdr.nl

Naarmate een pleeggezinplaatsing in het gedwongen kader langer duurt, wordt steeds belangrijker dat duidelijk geregeld is welke bevoegdheden de ouders (nog) hebben, welke de GI die belast is met de uitvoering van de maatregelen en welke bevoegdheden de pleegouders en het pleegkind hebben. Hoe bijvoorbeeld te handelen als pleegouders met hun pleegkind uitstapjes willen maken of voor korte of langere duur op vakantie willen, al dan niet naar het buitenland, en de ouders van dat pleegkind daarvoor geen toestemming geven? Is die toestemming wel nodig, kunnen de pleegouders daar eventueel zelfstandig over beslissen en/of valt dat onder de reikwijdte van de machtiging tot uithuisplaatsing, zodat de instemming van de GI voldoet? Kinderrechters blijken van mening te verschillen over deze kwestie. Om die reden stelt de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Laura Goei

eigenaar JBX juridisch advies en training senior jurist bij Stichting Jeugdbescherming west in Den Haag