ECLI:NL:RBGEL:2018:181
Datum: 03-01-2018
Onderwerp: DNA
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht
Vindplaats: Extern
Man en vrouw komen in beroep tegen het besluit van de ABS om erkenning door de man van het kind niet toe te staan. De rechtbank oordeelt dat de vrouw vanwege haar Roma-achtergrond in de onmogelijkheid verkeert om bescheiden te overleggen die voldoen aan de binnen de Nederlandse rechtsorde daaraan te stellen eisen waaruit haar identiteit en burgerlijke staat blijken. Zij kan daardoor niet bewijzen dat zij op het moment van de geboorte van haar kind niet gehuwd was. De rechtbank acht het in dit geval noodzakelijk dat door middel van een DNA-onderzoek wordt vastgesteld of de man daadwerkelijk de biologische vader van het kind is. Als dit het geval is, kan het worden aangemerkt als een ongerechtvaardigde inmenging in het ‘family life’ van betrokkenen in de zin van artikel 8 EVRM indien de erkenning niet wordt toegestaan.