Hulp bij zelfdoding; psychische overmacht?

Een arrest waar jarenlang veel media-aandacht voor is geweest. Het betreft de zaak van meneer Heringa die zijn 99-jarige (stief)moeder heeft geholpen bij zelfdoding. De vrouw was niet meer in staat dit zelf te doen, leed aan hartfalen, rugklachten en was bijna blind. In 2008 heeft Heringa op haar uitdrukkelijke verzoeken medicijnen verstrekt, waarna zij is overleden. Het hele proces voorafgaand aan de zelfdoding is per video opgenomen en uitgezonden in de documentaire ‘De laatste wens van Moek’ uitgezonden in het programma Netwerk. Daarop werd Heringa vervolgd wegens strafbare hulp bij zelfdoding. Heringa heeft zich in de strafzaak beroepen op noodtoestand, een vorm van overmacht, omdat de huisarts had geweigerd medewerking te verlenen aan euthanasie en hij zich moreel verplicht voelde zijn (stief)moeder te helpen bij het realiseren van de door haar uitdrukkelijk gewenste dood.De Hoge Raad sprak zich eerder ook al uit over deze zaak. In zijn uitspraak van 14 maart 2017 vernietigde de Hoge Raad het oordeel van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat de door Heringa geboden hulp niet strafbaar was. De zaak werd verwezen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Dit Hof oordeelde dat Heringa geen beroep kan doen op noodtoestand, zodat de door hem geboden hulp bij zelfdoding wel strafbaar is. Heringa had begrip voor de wens van zijn (stief)moeder en stond erachter. Hij heeft niet getracht, ook niet met tussenkomst van anderen, zijn (stief)moeder op andere gedachten te brengen. Heringa heeft de huisarts van zijn (stief)moeder geraadpleegd over haar verlangen om te sterven. Deze arts vond dat er niet werd voldaan aan de voorwaarden om euthanasie toe te passen. Heringa is ook niet te rade gegaan bij andere artsen die hier mogelijk anders tegenaan hadden kunnen kijken en evenmin zijn aangedragen alternatieven serieus in overweging genomen. Het Hof legde Heringa een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden op. Tegen deze veroordeling stelde Heringa beroep in cassatie in. In cassatie is onder meer geklaagd over de verwerping door het gerechtshof van het beroep op overmacht in de zin van noodtoestand.Er is onderzocht of zich in dit geval uitzonderlijke omstandigheden hebben voorgedaan die maken dat de handelingen van Heringa toch gerechtvaardigd zijn. Het Hof heeft geoordeeld dat daarvan geen sprake is en het verweer verworpen. De Hoge Raad is van oordeel dat het gerechtshof dat in dit geval heeft kunnen aannemen en dit ook voldoende heeft gemotiveerd. Er is niet aannemelijk geworden dat er geen redelijk alternatief was voor de door Heringa gemaakte keuze om zijn (stief)moeder bij haar zelfdoding behulpzaam te zijn of voor de manier waarop de uitvoering van die keuze heeft plaatsgevonden.



Jurisprudentie

Hoge Raad 16 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:598