ECLI:NL:GHAMS:2022:1607
Datum: 31-05-2022
Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Letselschaderecht
Vindplaats: Avdr.nl
Artt. 3:310, 6:106, aanhef en onder b, 6:108 lid 2 BW. Cold case. Verkrachting en doodslag. Shockschade, begrafeniskosten, kosten ten behoeve van de strafzaak. Beroep op bevrijdende verjaring.
De man die strafrechtelijk is veroordeeld voor het doden en verkrachten van een jonge vrouw in 1992 moet smartengeld betalen aan de vader en de zus van die vrouw. Het beroep van de man op verjaring is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Toegewezen wordt de vergoeding van de begrafeniskosten (ruim € 3.000) en van shockschade van de vader en de zus (elk € 10.000). Rechtstreeks verband tussen het onrechtmatig handelen bestaande uit doodslag na verkrachting en het geestelijk letsel dat de vader en de zus door de confrontatie met de gevolgen van dit handelen hebben opgelopen. Voor vergoeding van reiskosten en juridische kosten die ten behoeve van de strafzaak zijn gemaakt, is geen plaats.