Hoge Raad 31 oktober 2023 Gerechtshof Den Haag 26 september 2023 Hoge Raad 22 september 2023 Rechtbank Rotterdam 22 september 2023 Parket bij de Hoge Raad 12 september 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:868 Hoge Raad 26 mei 2020

ECLI:NL:HR:2020:868

Datum: 26-05-2020

Onderwerp: Smartengeld

Rechtsgebiedenregister: Letselschaderecht

Vindplaats: Extern

Poging zware mishandeling (meermalen gepleegd) door tijdens politieachtervolging met zijn auto opzettelijk in te rijden op resp. aan te rijden tegen politievoertuig met daarin telkens 2 verbalisanten, art. 302 Sr. Vorderingen b.p. ‘s en in verband daarmee opgelegde schadevergoedingsmaatregelen i.v.m. vergoeding van immateriële schade aan verbalisanten. Oogmerk tot toebrengen van ander nadeel dan vermogensschade a.b.i. art. 6:106.1.a. (oud) BW? Blijkens wetsgeschiedenis strekt art. 6:106.1.a (oud) BW er i.h.b. toe geschokt rechtsgevoel te bevredigen, waarbij is gedacht aan beschadigen of vernielen van zaak met oogmerk daarmee immateriële schade toe te brengen (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AB2775). Hof heeft geoordeeld dat verdachte door opzettelijk een situatie te scheppen waarin b.p.’s ernstig dienden te vrezen voor hun gezondheid, heeft gehandeld met oogmerk die b.p.’s ander nadeel dan vermogensschade toe te brengen a.b.i. art. 6:106.1.a. (oud) BW. De enkele door hof in aanmerking genomen omstandigheid dat verdachte opzettelijk een situatie heeft geschapen waardoor ander nadeel dan vermogensschade is toegebracht, kan gevolgtrekking dat verdachte oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen niet dragen. Dat hof heeft vastgesteld dat verdachte opzettelijk dienstauto heeft aangereden en op andere dienstauto is ingereden - in welke auto’s zich verbalisanten bevonden - volstaat evenmin om dit oogmerk aan te nemen. Dat brengt mee dat ook oplegging van in art. 36f.1 Sr voorziene maatregel niet in stand kan blijven (vgl. ECLI:NL:HR:2019:901). Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak