ECLI:NL:PHR:2023:413
Datum: 18-04-2023
Onderwerp: Overzicht rechtspraak
Rechtsgebiedenregister: Jeugdrecht civiel
Vindplaats: Avdr.nl
Conclusie AG. Voortgezette handeling van opzettelijk onttrekken van minderjarigen aan het wettig gezag. Vader heeft twee minderjarige dochters na een vakantie in Egypte tegen de afspraken in niet teruggebracht naar de moeder in Nederland en vervolgens vijftien jaar in Egypte gehouden tegen de wil van de moeder. Het middel van de verdachte richt zich tegen het oordeel van het hof dat Nederland rechtsmacht over deze feiten heeft o.g.v. art. 2 Sr. De AG meent dat dit oordeel, op de grond dat de gevolgen van het tenlastegelegde feit zich in Nederland hebben gemanifesteerd, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt en voorts niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd is. Daarnaast wordt namens de drie benadeelde partijen (moeder en dochters) geklaagd over de beslissingen van het hof op hun vorderingen tot materiële en immateriële schadevergoeding. Ook deze klachten falen volgens de AG. De conclusie strekt tot verwerping van het cassatieberoep.