ECLI:NL:RVS:2023:3411
Datum: 13-09-2023
Onderwerp: Kroatië
Rechtsgebiedenregister: Asiel- en vluchtelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 6 maart 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Iraanse nationaliteit. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van de vreemdeling niet in behandeling genomen, omdat Kroatië daarvoor op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel is hierbij het uitgangspunt. Dat houdt het vermoeden in dat de behandeling van een vreemdeling in de aangezochte EU-lidstaat in overeenstemming is met de bepalingen van het EU Handvest, het Vluchtelingenverdrag en het EVRM. Dit is de eerste uitspraak waarin de Afdeling opnieuw oordeelt over de situatie in Kroatië voor Dublinclaimanten sinds de uitspraak van 13 april 2022. Daarin overwoog de Afdeling dat er serieuze aanknopingspunten waren dat overgedragen Dublinclaimanten in Kroatië het risico lopen op pushbacks. De Afdeling heeft de staatssecretaris in de uitspraak van 13 april 2022 de opdracht gegeven om nader onderzoek te doen.