ECLI:NL:RVS:2023:3617
Datum: 27-09-2023
Onderwerp: Procesrecht
Rechtsgebiedenregister: Bestuursrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij tussenuitspraak van 28 april 2023, in zaak nr. 22/2463T, heeft de rechtbank Noord-Nederland op grond van art. 16 van de Tijdelijke wet Groningen prejudiciële vragen aan de Afdeling gesteld. De zaak bij de rechtbank Noord-Nederland, waarin de prejudiciële vragen zijn gesteld, gaat over de intrekking van een begunstigend besluit door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het besluit betreft de toekenning aan [appellant] van een vergoeding wegens schade aan een woning als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld. [appellant] was tot 22 april 2021 eigenaar van de woning aan de Wiedbosweg 5 te Yde. Vanaf die datum zijn [partij A] en [partij B] eigenaar van de woning. De koopovereenkomst tussen enerzijds [appellant] en anderzijds [partij A] en [partij B] is gesloten op 19 augustus 2020. In de overeenkomst is vermeld dat de akte van levering gepasseerd zal worden op 1 mei 2021 of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen.