ECLI:NL:RVS:2023:3286
Datum: 06-09-2023
Onderwerp: Verschil in beschermingsbeleid
Rechtsgebiedenregister: Asiel- en vluchtelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 15 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 7 november 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling heeft de Syrische nationaliteit en hij komt uit de regio Tartous. De staatssecretaris heeft zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij sinds 12 december 2016 in Denemarken internationale bescherming geniet. Deze beschermingsstatus moet hij elke twee jaar verlengen. De vreemdeling betoogt dat hij een reëel risico loopt op zogeheten indirect refoulement als hij terug moet naar Denemarken. Refoulement is het uitzetten van iemand naar een land waar hij of zij het reële risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest, kort gezegd onmenselijke behandeling. De vreemdeling is bang dat de Deense autoriteiten zijn verblijfsvergunning zullen intrekken, beëindigen of niet zullen verlengen en hem zullen uitzetten naar Syrië.