Raad van State 23 februari 2024 Rechtbank Den Haag 16 februari 2024 Raad van State 23 januari 2024 Raad van State 16 januari 2024 Raad van State 11 januari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2023:12919 Rechtbank Den Haag 30 augustus 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:12919

Datum: 30-08-2023

Onderwerp: Derdelanders uit Oekraïne

Rechtsgebiedenregister: Asiel- en vluchtelingenrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Pilotzaak beëindiging tijdelijke bescherming derdelanders Oekraïne – de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats doet vandaag uitspraak in drie zogenoemde pilotzaken die op 24 augustus 2023 gelijktijdig ter zitting zijn behandeld. - De rechtbank komt tot de conclusie dat de RTB en het Uitvoeringsbesluit niet uitsluiten dat de categorie derdelanders waartoe eiser behoort door het toepassen van de facultatieve bepaling, zoals die is opgenomen in de RTB en het Uitvoeringsbesluit, onder de werkingssfeer van de RTB kan worden gebracht. - De rechtbank komt ook tot de conclusie dat de wijze waarop door verweerder toepassing is gegeven aan de facultatieve bepaling niet in strijd is met de RTB en/of het Uitvoeringsbesluit gelet op de ratio van de RTB en het Uitvoeringsbesluit. Dit betekent dat eiser onder de werkingssfeer van de RTB en het Uitvoeringsbesluit is gebracht en vanaf 4 maart 2022 tijdelijke bescherming op grond van het Unierecht heeft verkregen. Als gevolg hiervan wordt de rechtspositie van eiser, alsmede de verplichtingen en bevoegdheden van verweerder jegens eiser als begunstigde van de tijdelijke beschermingsregeling, beheerst door deze Unierechtelijke regelingen. De RTB en het Uitvoeringsbesluit kennen geen bepaling waarin aan de lidstaten een expliciete of impliciete bevoegdheid wordt toegekend om, terwijl de tijdelijke bescherming als zodanig niet is beëindigd doordat de maximale duur is bereikt of een gekwalificeerde meerderheid van de Raad hiertoe beslist, te bepalen dat niet langer toepassing wordt gegeven aan de facultatieve bepaling ten aanzien van begunstigden van de RTB om daarmee in wezen te bepalen dat de tijdelijke bescherming die deze begunstigden reeds hebben verkregen, wordt beëindigd. - Omdat de rechtbank concludeert dat verweerder geen bevoegdheid heeft om de tijdelijke bescherming van eiser te beëindigen, behoeven de beroepsgronden die zien op het vertrouwensbeginsel, het rechtzekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel geen bespreking. - Verweerder kan de tijdelijke bescherming van eiser pas beëindigen nadat een gekwalificeerde meerderheid van de Raad van de EU beslist dat de tijdelijke bescherming op grond van de RTB en het Uitvoeringsbesluit wordt beëindigd, of nadat de maximale duur van de tijdelijke bescherming is bereikt of als eiser aangeeft zijn Unierechtelijke recht op tijdelijke bescherming niet langer te willen effectueren en te willen terugkeren naar zijn land van herkomst. – De rechtbank vernietigt het besluit en verklaart het beroep gegrond.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Marieke van Eik

advocaat Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers

mr. Wil Eikelboom

advocaat Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers