Raad van State 23 februari 2024 Rechtbank Den Haag 16 februari 2024 Raad van State 23 januari 2024 Raad van State 16 januari 2024 Raad van State 11 januari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2023:19122 Rechtbank Den Haag 7 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:19122

Datum: 07-12-2023

Onderwerp: CZA e.a.

Rechtsgebiedenregister: Asiel- en vluchtelingenrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Dublin Letland – in de correcties en aanvullingen is gemotiveerd verzocht om eiser aanvullend te horen, verweerder heeft niet afdoende gemotiveerd waarom hij dit niet heeft gedaan en had ook dienen over te gaan tot het aanvullend horen – het aanmeldgehoor is, zoals ook uitgelegd door het Hof in het arrest van 30 november 2023, een belangrijke fase in de Dublinprocedure omdat dit het gehoor verweerder in staat stelt de benodigde informatie te vergaren om te bepalen of hij een overdrachtsbesluit kan en ook wil nemen. Het is daarom van belang dat dit aanmeldgehoor zorgvuldig plaatsvindt - verweerder had alsnog een FMMU-advies moeten vragen omdat verweerder ook in een Dublinprocedure moet nagaan of eiser aanvullende procedurele waarborgen behoeft - uit de waarnemingen van de hoormedewerker, de waarnemingen van de gemachtigde van eiser en uit de inhoud en strekking van de verklaringen van eiser blijken indicaties dat verweerder aanvullende waarborgen moet bieden – Verweerder hoort eiser niet over zijn asielmotieven en ten aanzien van die motieven verricht verweerder geen geloofwaardigheidsbeoordeling. Verweerder zal zich echter wel een oordeel moeten vormen over de verklaringen van eiser voor zover die zien op zijn ervaringen met en in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in de mogelijk verantwoordelijke lidstaat. Het is immers weinig zinvol om eiser te horen over zijn mogelijke bezwaren tegen een overdracht en vervolgens “niets te vinden” van deze verklaringen. - Verweerder heeft in het voornemen medegedeeld waarom hij geen gebruik maakt van zijn discretionaire bevoegdheid om de asielaanvraag inhoudelijk te behandelen. De rechtbank stelt vast dat deze motivering op geen enkele wijze te relateren is aan de verklaringen die eiser heeft afgelegd en op geen enkele wijze is te relateren aan de correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor. - De rechtbank overweegt dat het er sterk op lijkt dat verweerder een “artikel 17 Dublinverordening-tekstblok” heeft gehanteerd in het voornemen waarin standaardmatig wordt ingegaan op veel voorkomende argumenten in andere procedures om een beroep op artikel 17 van de Dublinverordening mee te onderbouwen. Verweerder dient in het voornemen te motiveren waarom het niet van onevenredige hardheid getuigt om eiser over te dragen. Dit vereist dat verweerder wél gemotiveerd ingaat op de door eiser afgelegde verklaringen en niet hoeft in te gaan op argumenten die niet naar voren zijn gebracht en op situaties die geheel niet aan de orde zijn. Dit acht de rechtbank dermate onzorgvuldig dat dit de rechtmatigheid van het overdrachtsbesluit aantast. Als het voornemen niet is toegespitst op de concrete feiten en omstandigheden die eiser voorafgaand aan het voornemen heeft aangedragen, is het bieden van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen zinledig. - verweerder heeft de strekking van de argumenten van eiser dat overdracht van onevenredige hardheid getuigt miskend – Eiser heeft niet aangevoerd dat hij na een overdracht niet kan voorkomen dat hij wederom wordt blootgesteld aan mishandelingen en dan niet zal kunnen klagen. Eiser heeft verzocht om hem niet overdragen omdat dit onevenredig hard is gelet op de reeds ondergane mishandeling door de autoriteiten. – het beroep is gegrond, de vovo is niet toegewezen zodat de overdrachtstermijn ononderbroken doorloopt en door verweerder in hoger beroep niet kan worden bewerkstelligd dat de overdrachtstermijn alsnog wordt gestuit.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Marieke van Eik

advocaat Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers

mr. Wil Eikelboom

advocaat Prakken d’Oliveira Human Rights Lawyers