ECLI:NL:RBGEL:2021:935
Datum: 25-02-2021
Onderwerp: Inleiding
Rechtsgebiedenregister: Bestuursrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een melkrundveehouderij (artikel 2.1, eerste lid, onder a, c en e, Wabo).
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de overwegingen van het arrest van het Hof van Justitie van 21 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:7) dat ook ten aanzien van het beroep van belanghebbende particulieren artikel 6:13 van de Awb niet kan worden toegepast, ook al heeft het arrest betrekking op non-gouvernementele organisaties. Verder volgt uit het arrest naar het oordeel van de rechtbank ook dat de vaste jurisprudentie dat een belanghebbende geen beroep kan instellen tegen besluitonderdelen waarover hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, niet langer kan worden toegepast.
Dit betekent in zaak 19/4584 dat het beroep van eisers met betrekking tot de omgevingsvergunning voor de activiteit “natuur” ontvankelijk is, ondanks dat eisers tegen dit besluitonderdeel geen zienswijze hebben ingediend (overweging 6.1 – 6.6).
In zaak 19/4679 is het beroep van particuliere eisers die geen zienswijze hebben ingediend ontvankelijk (overweging 6.2 – 6.6).
De rechtbank zal in zaken die onder het Verdrag van Aarhus vallen artikel 6:13 van de Awb ook voor belanghebbende particulieren buiten toepassing laten.