Van vrijheid tot verantwoordelijkheid: De discussie over genocideontkenning in het strafrecht

De geschiedenisboeken staan er vol mee; genocides. ‘De misdaad van stelselmatige en opzettelijke uitroeiing van een etnische groep, of van een deel daarvan’ (definitie van Amnesty International). De afgelopen jaren wordt het ontkennen van genocides steeds vaker wettelijk strafbaar gesteld, als reactie op de toenemende ontkenning van genocides op sociale media. Deze trend roept veel discussie op over de wenselijkheid van het strafbaar stellen.

De laatste jaren wordt in verschillende landen besproken of het wenselijk is om het ontkennen van genocides strafbaar te stellen. Zo werd bijvoorbeeld in Zwitserland in begin 2007 een Turkse journalist veroordeeld wegens het ontkennen van de Armeense genocide. De journalist betitelde het als "een internationale leugen”. Deze man werd later in 2015 door het EHRM vrijgesproken. Zwitserland zou de vrijheid van meningsuiting met deze veroordeling niet gerespecteerd hebben, hetgeen de staat verplicht is op grond van artikel 10 EVRM.

Het EHRM is duidelijk; in sommige gevallen is het strafbaar stellen van het ontkennen van genocide in strijd met de vrijheid van meningsuiting.

In Nederland is er in 2023 door het demissionair kabinet besloten de ontkenning en bagatalisering van de Holocaust strafbaar te stellen in de wet door een nieuw lid toe te voegen aan artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht. Deze aanpassing in de wet strekt echter niet alleen tot de Holocaust. Ook de ontkenning en bagatellisering van andere genocides worden hiermee strafbaar gesteld. Dit geldt ook voor dit soort uitlatingen in verband met misdaden tegen de mensen en oorlogsmisdaden. Met deze wetswijziging geeft het kabinet uitvoering aan het EU-Kaderbesluit racisme en vreemdelingenhaat uit 2008.

Het strafbaar stellen van deze uitlatingen zal beperkingen met zich meebrengen voor bepaalde personen. Vooral vanuit de extreemrechtse hoek klinken kritische geluiden die onder andere de genocides betwisten. Deze wetswijziging zal dan ook op gespannen voet staan met de vrijheid van meningsuiting, wat op zijn beurt weer de rechtsstaat kan aantasten.

Daartegenover zijn er ook critici die het strafbaar stellen van de ontkenning juist wenselijk vinden. Hier voeren zij verschillende argumenten voor aan, zo geloven zij dat het ontkennen van genocides een vorm van haatzaaien is. Daarnaast kan de strafbaarstelling ervoor zorgen dat ook volgende generaties genocide serieus zullen nemen, waardoor herhaling in de toekomst kan worden voorkomen. Dit argument ziet dus voornamelijk op preventie van zowel haatzaaiing als andere handelingen.

In conclusie is het strafbaar stellen van genocides een complex vraagstuk, waarbij verschillende overwegingen een rol spelen. Het blijft tevens een gevoelig onderwerp, mede doordat het een stukje familiegeschiedenis van veel mensen is. Als gekeken wordt naar het verbod kan aan de ene kant gesteld worden dat de vrijheid van meningsuiting hiermee gelimiteerd wordt, maar aan de andere kant kan beargumenteerd worden dat een verbod haatzaaiing en polarisatie tegen gaat.