De grens aan te geven tussen een voorbereidingshandeling en een begin van uitvoering bij het plegen van een misdrijf

Twee mannen wilden een overval plegen op uitzendbureau Cito in Amsterdam. De mannen hadden zich bedekt gekleed en hadden een geladen vuurwapen en lege weekendtas op zak. De overval was niet geslaagd, omdat een werknemer van het uitzendbureau weigerde om de deur open te doen. De overvallers werden ter plekke aangehouden door de politie. In de zaak geven de twee mannen aan dat ze aan het ‘oefenen’ waren voor een andere overval. Toentertijd was een voorbereiding van een misdrijf nog niet strafbaar gesteld door de wetgever in het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelt hier echter anders over. Zij beoordelen de zaak als ‘een begin van uitvoering van een misdrijf’. Zij oordeelde in deze situatie dus dat er geen sprake meer was van een voorbereiding op een misdrijf.



Jurisprudentie

Hoge Raad 24 oktober 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6373