ECLI:NL:RVS:2022:1042
Datum: 13-04-2022
Onderwerp: Dublin: Interstatelijk vertrouwensbeginsel
Overige onderwerpen: Dublin Kroatië, Kroatië
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht, Asiel- en vluchtelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 30 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Algerijnse nationaliteit. De staatssecretaris heeft zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen, omdat volgens hem op grond van de Dublinverordening Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Deze uitspraak gaat over de vraag of de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat hij bij de toepassing van de Dublinverordening ten aanzien van Kroatië terecht uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat de vreemdeling geen reëel risico loopt dat hij bij terugkeer naar Kroatië terechtkomt in een situatie die in strijd is met artikel 4 van het EU Handvest en artikel 3 van het EVRM.