ECLI:NL:PHR:2021:922
Datum: 05-10-2021
Onderwerp: 12. Toezicht en handhaving
Rechtsgebiedenregister: Erfrecht, Sociaal-zekerheidsrecht, Ambtenarenrecht, Huurrecht, Verbintenissenrecht, Sportrecht, Ondernemingsrecht, Transport- en handelsrecht, Financieel recht, Verzekeringsrecht, ICT-recht, Insolventierecht, Psychiatrisch patiëntenrecht, Letselschaderecht, Vreemdelingenrecht, Asiel- en vluchtelingenrecht, Omgevingsrecht, Gezondheidsrecht, Onderwijsrecht, Onteigeningsrecht, Agrarisch recht, Tuchtrecht, Cassatie, Economisch ordeningsrecht, Burgerlijk procesrecht, Personen- en familierecht, Arbeidsrecht, Strafrecht, Aanbestedingsrecht, Intellectueel eigendomsrecht, Belastingrecht, Slachtofferrecht, Bestuursrecht, Vastgoedrecht, Jeugdrecht civiel, Jeugdrecht strafrecht, Informatierecht
Vindplaats: Avdr.nl
Conclusie AG. Bedrieglijke bankbreuk (art. 343 (oud) Sr en art. 344a Sr) en opzettelijk zonder vergunning optreden als betaaldienstverlener, terwijl hiervan een gewoonte is gemaakt (art. 2:3a.1 Wft). Klachten over bewezenverklaring van opzet op bedrieglijke bankbreuk en van 'het een gewoonte maken van het uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener'. Daarnaast een klacht inzake veranderde wetgeving en een kwalificatieklacht betreffende het bestanddeel 'met zetel in Nederland'. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.