Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:2013 Hoge Raad 15 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:2013

Datum: 15-12-2020

Onderwerp: Noodweer

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Strafrecht

Vindplaats: Extern

Vechtpartij tussen rivaliserende motorclubs in Sittard in 2015. Poging tot doodslag (meermalen gepleegd) door vanuit café op manshoogte te schieten op overmacht aan leden van andere motorclub die 3 leden van motorclub van verdachte zwaar mishandelen, art. 287 Sr. Noodweer, proportionaliteitseis. Staat 1 keer schieten met vuurwapen in redelijke verhouding tot ernstige mishandeling van 3 personen door 15 tot 20 personen? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:456 m.b.t. proportionaliteitseis bij noodweer. Hof heeft geoordeeld dat weliswaar sprake was van ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van lijf van A, B en C, waartegen verdachte die personen redelijkerwijs heeft mogen verdedigen, maar dat verdachte geen beroep op noodweer toekomt omdat niet was voldaan aan proportionaliteitseis. Hof heeft in dat verband o.m. overwogen dat keuze van verdachte om vuurwapen als verdedigingsmiddel te gebruiken “in beginsel niet onredelijk” was. Hof heeft echter geoordeeld dat door verdachte gekozen wijze van verdediging (door met vuurwapen vanuit café op manshoogte projectiel door raam af te vuren, terwijl zich vlak achter raam “vechtende en dus bewegende groep mensen bevond”) niet in redelijke verhouding stond tot ernst van aanranding, omdat van verdachte in redelijkheid kon worden gevergd dat hij zou hebben gekozen voor minder ingrijpende verdedigingswijze “waarbij kon worden uitgesloten dat iemand door projectiel zou worden geraakt”, zoals bonzen op raam en tonen van wapen dan wel zich (via andere deur dan afgesloten deur) naar buiten begeven om daar te dreigen met wapen en/of waarschuwingsschot te lossen. Dat oordeel is, mede gelet op wat hiervoor is vooropgesteld, niet z.m. begrijpelijk. HR neemt daarbij mede in aanmerking dat hof heeft vastgesteld dat verdachte heeft gehandeld ter verdediging van 3 personen die op excessieve wijze werden mishandeld door overmacht aan personen (ongeveer 15 tot 20 als groep opererende leden van motorclub), leden van die groep daarbij gebruik maakten van wapens waarmee zeer ernstige verwondingen konden worden veroorzaakt (zoals boksbeugel), tijdens vechtpartij o.m. werd gestampt op hoofd van persoon, als mishandelingen niet gestopt waren onmiddellijk gevaar dreigde dat 3 mishandelde personen zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen, eventueel met dood tot gevolg, verdachte onder die omstandigheden vuurwapen wilde gebruiken ter afschrikking, verdachte daartoe vuurwapen heeft tevoorschijn gehaald, daarmee 1 schot heeft gelost en vuurwapen vervolgens weer heeft weggeborgen. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak